Een Jaar Later is een column waarin albums een jaar na releasedatum opnieuw onder de loep worden gelegd. Is het inderdaad het beste materiaal ooit geweest, zoals elke band altijd claimt? Heeft het de band meer bekendheid en fans gegeven? Is het experiment goed gelopen? Na een jaar zijn al deze vragen duidelijk en proberen wij ze te beantwoorden.
Het is inmiddels een jaar en een dag geleden dat het meest recente Sleeping With Sirens album uitkwam. Je kan dus wel zeggen dat het schijfje inmiddels bij de geschiedenis van de band en van de scene hoort. Dit is dan ook het moment waarop we terug kunnen kijken en zien wat voor impact Madness heeft gehad.
Wat we nu kennen als Madness, had mogelijk heel anders kunnen zijn. De band had namelijk eerst al een compleet album opgenomen, waarna al dit materiaal is weggegooid en de heren opnieuw zijn begonnen. Dit zorgde ervoor dat we wat langer moesten wachten op het nieuwe materiaal, maar het heeft er wel voor gezorgd dat de band zijn nieuwe geluid kon ontwikkelen. Madness was namelijk het eerste schijfje zonder gitarist en lyricist Jesse Lawson, die zich eerst over het merendeel van de nummers ontfermde.
Het was duidelijk waar de kracht lag in het nieuwe schijfje: de vocalen van frontman Kellin Quinn. Waar de band is begonnen met post-hardcore, met Quinn’s hoge stem als het perfecte tegenwicht voor de redelijk hevige muziek, is de focus op dit album zo goed als helemaal op Quinn. De paar heftigere nummers als Kick Me en We Like It Loud, die ook als eerste singles dienden, lieten zien waar de band vandaan was gekomen, maar de rest waren vooral langzame, gevoelige ballads.
Het is tegenwoordig goed te zien dat dit de richting was die de band op wilde gaan na het vertrek van Lawson. De band heeft het laatste jaar een grotere focus op de akoestische nummers gehad tijdens de live shows en volgende maand wordt er een akoestisch live album uitgebracht. Hierna zal er aan een compleet nieuw album worden gewerkt. Ik durf wel te wedden dat dit album weer redelijk zacht en akoestisch zal worden.
Madness heeft Sleeping With Sirens niet de mainstream in geschopt, wat wel jammer is. Het album had namelijk van alles wat en zou daarom best geschikt zijn geweest om een groter publiek aan te trekken. Dit kan ook juist het probleem zijn geweest: omdat de meeste singles toch nog redelijk rock waren, is het lastiger ze op de radio te krijgen en dus moeilijker om echt door te breken. Misschien dat dit wel gebeurd was als The Strays als eerste was uitgekomen in plaats van Kick Me.
Als fan van Sleeping With Sirens, maakte dit album wel wat voor me duidelijk. Ik ben fan geworden omdat de tegenstelling tussen de hardere muziek en Quinn’s stem zo sterk is dat het elkaar toch weer perfect aanvult. Met de zachtere, akoestische nummers heb ik dit niet zo en ik merk daarom ook dat veel van dit schijfje niet is blijven hangen. De hardere tracks daarentegen, zoals Better Off Dead, Kick Me en We Like It Loud, zijn juist een paar van mijn favorieten geworden en luister ik nog steeds erg veel. Het schijfje heeft echt voor iedereen wel wat, maar de band lijkt zijn stem te hebben gevonden in het zachtere werk en ik kan nu alleen maar afwachten wat de toekomst brengt.