ALBUM REVIEW: the Rumjacks – Sleepin’ Rough

The Rumjacks 300x200The Rumjacks hebben misschien een korte introductie nodig om een plekje te krijgen in je brein. De band komt uit Australië en maakt graag punkrock meet sterke Ierse invloeden. Je kunt ze een beetje vergelijken met de Dropkick Murphy’s. Of het nauwkeuriger af te bakenen is, geen idee. Deze regio van de punk (folk punk, Irish Punk, Celtic Punk etc.) ligt niet bepaald in mij straatje, dus als iemand een betere vergelijking heeft, ga je gang, leer me dingen. Wat voor nu belangrijk is, is dat the Rumjacks op 5 augustus heeft een nieuw album uitgebracht: Sleepin’ Rough. Dit is album nummer drie, ook heeft de band eerder twee EP’s uitgebracht. Alles duidelijk? Mooi, want we hebben genoeg gekletst, het is tijd voor een review!

Het album begint met Patron Saint o’ Thieves. Het nummer heeft een kort soort-van intro, maar het duurt niet heel lang voordat het lieflijke Ierse fluitje wordt ondersteund met rammende gitaren. Het is een nummer met een lekker klassiek Folk-punk-like ritme, ik kan me al kringen mensen, dansend arm in arm, voorstellen. Het volgende nummer is Zielona Gora. Wederom een lekker cliché nummer, maar zo nu en dan denk je even iets anders te horen. Vooral in de stem hoor je zo nu een dan een soort country-accent liggen, maar ik klaag niet, het is een grappige combinatie en zorgt ervoor dat je wilt springen. De eerste twee nummers sluiten in geluid heel nauw op elkaar aan, je krijgt tussendoor geen tijd om bij te komen. Bij A Fistful of o’ Roses is dit anders. Er wordt meer tijd gemaakt voor een intro en het tempo ligt iets lager. Vergis je niet; het is geen langzaam nummer, het is een comfortabel nummer. Mocht je dronken zijn en niet echt meer kunnen dansen, zal het op dit nummer een groter succes zijn dan op de eerste twee nummers van het album.

Sleepin' RoughDiversiteit wordt een groter begrip bij het nummer Fact’ry Jack. Haal het accent weg en verander het thema en het zou bijna een ouderwets punk nummer kunnen zijn: dit is wel iets waar je in de zon mee kunt skateboarden. Tot zover is het album een soort schommel tussen cliché nummers die je verwacht bij een band met Ierse sound en nummers die net even wat anders zijn. ‘Eight Beers’ McGee bijvoorbeeld klinkt aan het begin als zo’n cliche nummer, maar krijgt, wanneer deze verder speelt, toch invloeden van andere stromingen. Op een gegeven punt denk ik zelfs aan Tenacious D! De verschillen tussen nummers zijn subtiel, maar zeker aanwezig.

Het tempo gaat precies op de helft van het album, bij Murder Shanty, flink omlaag. Het is tijd voor verhalende nummers. Ook Les Darcy kun je nog bijkomen van het stampfeestje dat je gehouden kunt hebben op de eerste helft van het album. Wat, als je dit hebt gedaan, ook best even nodig kan zijn. Ahh, wat vredig. Voor heel even. Dead to Me klinkt. Dead to Me klinkt hard! Het is een wervelend maar kort nummertje van slechts een minuut en wat precies de functie van het nummer is op deze positie weet ik niet, maar het zorgt er in ieder geval wel voor dat het album niet inkakt. Waar ik het eerder had over die schommel die dit album vormt, is het volgende nummer, Kathleen, ook weer een perfect voorbeeld. Je hoort meer vrolijke gitaren. Het is bijna alsof je een zomerse combinatie van cocktails en ska voorgeschoteld krijgt. Het maakt het album heel interessant, je kunt geen verwachting stellen voor het volgende nummer voordat je het geluisterd hebt.

De eerste gelijkenis tussen nummers komt pas weer bij nummer tien, WKND (flash new breeks), weer terug. Het is weer rammen op gitaren en het tempo hoog houden, zoals bij de eerste twee nummers van het album. Toch is de toon van WKND een stuk minder Iers en gewoon meer rammen. Them Fallen staat vervolgens weer heel erg in contrast met dit rammen. Het nummer heeft een sterke country-feel en voelt emotioneel heel sterk. Het zijn dit soort contrasten die dit album niet alleen bijzonder maken, maar ook moeilijk te labelen. Waar praten we nu eigenlijk over? Het laatste nummer is misschien wel de grootste mengelmoes van allen: the Pot & Kettle is zacht en langzaam, dan weer hard en springerig, en veelal is het nummer een soort folk-vertelling. Zo komt dit album aan een eind, na drie genres en al onze harten geraakt te hebben. De kans dat er iets voor je tussen zit is redelijk groot. Het is misschien niet helemaal je smaak, zo ook niet die van mij, maar mocht iemand dit op willen zetten tijdens een avondje drinken, zeg ik geen nee. Misschien stel ik het zelf wel voor, eigenlijk…

Eindbeoordeling: 7/10
Releasedatum: 5 augustus 2016
Label: Four || Four

Boekenlegger op de permalink.

Reacties gesloten