Kublai Khan. Een kleinzoon van Genghis Khan en veroverde China als eerste non-Chinees. Je band naar zo iemand vernoemen zet bepaalde verwachtingen. Hier komt… uhm… Kublai Khan. Dit kwartet uit Sherman, Texas is inmiddels 8 jaar bezig en brengt ons nu hun nieuwste album, Nomad. Wikipedia geeft ze de nogal perplexe combinatie van ‘metalcore en hardcore punk’, een combinatie waarvan ik niet zo goed weet wat ik moet verwachten. Eens kijken wat deze mannen voor elkaar krijgen.
Uh oh
De opener Antpile voorspelt niet veel goeds. Een minuut lang dezelfde riff met als enige variatie wat bends tijdens het laatste halve minuut en lyrics als ‘shit’ en ‘son of a bitch’, ieder een keer geschreeuwd. Als intronummer is dit uh… minder. Ook nummers als True Fear, The Hammer of 8 Years doen niks om dit te verbeteren. In plaats daarvan blijf ik met alleen maar vragen zitten. Waarom heet dit metalcore als er nul cleans en nul melodische elementen te horen zijn? Hoezo heet dit hardcore punk als de muziek om de haverklap een down-tuned chugfest wordt? Wat doet guitarist Nolan Ashley als backup vocalist als hij niet te onderscheiden is van frontman Matt Honeycutt? Waarom zijn de lyrics soms bijna Linkin Park niveau emo, maar proberen ze tegelijkertijd badass te zijn? Waarom is meneer Honeycutt praktisch onverstaanbaar onder de effecten en gebrek aan fatsoenlijke uitspraak? Al deze vragen zijn nog niet eens de meest prangende. Nee, de vraag waar ik het liefst antwoord op wil, is waarom dit zo saai en nietszeggend is. Dit is kryptonite voor reviewers! Er valt bijna niks inhoudelijks over te zeggen!
Flashbacks
Hoe verder ik door dit album kwam, hoe meer een onaangenaam gevoel mij bekroop waarvan ik niet wist wat het was. Het lag zeker weten aan het geluid. ‘Metalcore en hardcore punk’, wat voor amuzikale klootviool heeft dat daar neergezet? Met dat constante gechug lijkt het meer op deathcore. Wacht, elementen van deathcore in het geluid? Vernoemd naar een historisch figuur? Aggro lyrics richting de haters? Een pijnlijk nietszeggende stijl? De rillingen liepen over m’n rug en een lange ‘dun dun duuuuuuun’ speelde in m’n hoofd: dit lijkt wel op Attila! Nou is het bezorgen van Attila flashbacks een doodzonde an sich, maar Kublai Khan is niet tevreden met een bronzen medaille in de Sucklympics. Nee, deze mannen krijgen het zowaar voor elkaar om slechter te zijn! Zeg wat je wil over Attila, zij gaan tenminste all-out. Okee, een album lang zeiken over hoe de haters je niks kunnen schelen is een nieuw niveau onzekerheid, maar Fronzak gaat tenminste niet “my life is pain, my life is pain but I’m totally badass and awesome, bitch motherfucker ass dick”. En zelfs als je het vacuum van talent Chris Fronzak weghaalt, kan je nog steeds flink losgaan op wat de rest biedt. Gadverdamme, ik zeg iets positiefs over Attila, een momentje.
*Een bleekbad later*
En als we toch bezig zijn met vergelijkingen trekken, Honeycutt’s stijl doet me denken aan Ivan Moody van Five Finger Death Punch nadat hij 20 jaar aan de zware shag heeft gezeten en nee, dat is geen compliment. Zelfs als wat muziek die niet heel uniek is in stijl, maar gewoon lekker is voor in de pit (het muzikale equivalent van junkfood), zet ik liever iets als Wage War op, zeker het nieuwe album.
Conclusie
Albums als deze zijn zo moeilijk om over te schrijven. Hilarisch slecht betekent dat je flink wat grappen kan maken. Pijnlijk slecht betekent dat je gal mag gaan spuwen. Maar Nomad is geen van beiden. Nomad valt in de ‘saai slecht’ categorie. Ik kan er niet zoveel over zeggen zonder te denken aan bands waar ik liever naar luister of vergelijkingen trek met kutbands die dit beter doen. Mijn reviewertrots zorgde ervoor dat ik me moest dwingen om dit album niet na een keer afspelen gelijk uit m’n heugen te gooien. Jongens, gooi je stijl om of kap er mee. Kublai Khan is even op m’n radar verschenen en vliegt er na deze review welverdiend gelijk weer af.
Score: 4/10
Releasedatum: 29 september 2017
Label: Rise Records